SV | Zij haten het goede, en hebben het kwade lief; zij roven hun huid van hen af, en hun vlees van hun beenderen. |
WLC | שֹׂ֥נְאֵי טֹ֖וב וְאֹ֣הֲבֵי [רָעָה כ] (רָ֑ע ק) גֹּזְלֵ֤י עֹורָם֙ מֵֽעֲלֵיהֶ֔ם וּשְׁאֵרָ֖ם מֵעַ֥ל עַצְמֹותָֽם׃ |
Trans. | śōnə’ê ṭwōḇ wə’ōhăḇê rā‘â rā‘ gōzəlê ‘wōrām mē‘ălêhem ûšə’ērām mē‘al ‘aṣəmwōṯām: |
Zij haten het goede, en hebben het kwade lief; zij roven hun huid van hen af, en hun vlees van hun beenderen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Zij haten het goede, en hebben het kwade lief; zij roven hun huid van hen af, en hun vlees van hun beenderen.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!